gedichten dossier.

het thema van deze gedichten is humor. 

maar we zouden niet vergeten dat 

maar we zouden niet vergeten dat
we hebben gelachen, gelachen hebben
we veel en dat zal ik niet vergeten
want we hebben gelachen en veel hè?
en dat zullen we nooit vergeten om-
dat we zoveel gelachen hebben en dat
niet vergeten gvd wat hebben we gelachen
en niet en nooit vergeten dat we zo
hebben gelachen omdat we samen waren
en zoveel gelachen hebben dat we
het nooit zullen vergeten

-----------------------
uit: 'De deur', 1972.

schrijver: Bert Schierbeek.

Er lijkt

Er lijkt geen
vuiltje aan

de lucht maar
schijn bedriegt

Een flits in
de leegte

en je weet:
weer een be-

keuring aan
m'n reet! 

-------------------------
uit: 'Tussentijds', 2008.

schrijver: Jules Deelder.

de dom. 

Ik klom laatst op de Dom
en sprak: 'Mijn ziel
als ik nu viel,
dan viel ik zeker dood'.
Maar God is zo geweldig groot,
dat als ik sprak: 'Ik spring'
en ging,
Hij mij dan zeker vliegen liet.
Omdat ik dat weet
spring ik niet.

---------------------------
Uit: 'Versjes', 1961.

schrijver: Jaap Fischer.

Gehandicapt 

Met het stijgen van de jaren
krijgt een mens wat ongemakken.
Alles gaat wat hangen, zakken.
Er verdwijnen steeds meer haren.

Lettertjes op straatnaamborden
baren je ook steeds meer zorgen.
Willem dacht laatst op een morgen:
Help, ik ben half-doof geworden.

Maar zijn arts begon te sussen:
'Nee, dat kan ik niet geloven.
Je hebt horenden en doven,
daar zit heus niet half-doof tussen.

Zeg mij na, ik test het even.
'Veertien', liet hij zachtjes horen.
Willem spitste beide oren
en zei vastberaden: 'Zeven!'

---------------------------------------------
Dit gedicht komt uit de bundel 'Wis- en natuurlyriek met chemisch supplement'

schrijver: Marjolein Kool.

Dit laatste gedicht ga ik analyseren.

Het onderwerp van het gedicht is humor, en de titel is gehandicapt.

De hoofdgedachte van dit gedicht is ouder worden en alles wat daar bij komt kijken. 

Het rijmt wel, en het rijmschema is a b b a > dus dit is eindrijm.

Het gedicht bestaat uit 4 coupletten met 4 zinnen, met tussen elk couplet een tussenregel.

In dit gedicht zitten de beeldspraken:

 'baren je zorgen' - je zorgen maken

 'maar de arts begon te sussen' - de arts vertelde hem dat hij  zich geen zorgen moest maken.

'willem spitste beide oren' -  willem probeerde goed te luisteren.

Ik herken uit de begrippenlijst de omarmendrijm, omdat het rijmschema abba is.

Mijn gevoel bij dit gedichtje is dat ik hem wel grappig vind, ik hou niet zo van gedichten maar deze vond ik best leuk! Het gedicht spreekt me dan ook wel aan.